Georgine Marie Sanders, door haar vrienden Tineke Vroman genoemd, werd geboren in Padang, Indonesië in 1921. In 1938 vertrok ze naar Utrecht om geneeskunde te studeren, waar ze de enige vrouwelijke Nederlands-Indonesische studente in haar klas was. Daar ontmoette ze Leo Vroman met wie ze verloofd raakte, maar – omdat hij Joods was – vluchtte hij in mei 1940 uit Nederland na de overgave aan de Duitsers. Ze was nog maar een tiener, en ze bleef thuis in Nederland. De oorlogsomstandigheden dwongen hen ertoe om zeven jaar lang uit elkaar te blijven, totdat ze in september 1947 herenigd werden in de Verenigde Staten.
Tijdens het laatste jaar van hun scheiding had Leo zich in New York gevestigd, maar Tineke maakte zich steeds meer zorgen over zijn welzijn en besloot zich bij hem te voegen zodra ze een visum en de reis kon regelen. Dit betekende dat ze haar studie geneeskunde negen maanden voor haar afstuderen moest beëindigen. Toen ze eenmaal samen waren, werkte ze als onbetaalde assistent naast Leo in het onderzoekslaboratorium in New Brunswick, New Jersey. Het is een bekend familieverhaal dat Tineke – in die periode – haar observatie rapporteerde dat patiënten die recent aspirine hadden ingenomen, veel langere bloedstollingstijden hadden. Haar begeleider zei dat dit geen deel uitmaakte van de subsidie waaraan ze werkten, en haar observatie ging niet verder. De antitrombotische eigenschappen van aspirine werden pas in de jaren 70 op grote schaal benut.
Het echtpaar verhuisde later terug naar New York City, waar ze hun dochters grootbrachten. In 1979 promoveerde Tineke in de medische antropologie aan de New School en ontwikkelde vervolgens therapieën op maat voor afasiepatiënten. In 1997 gingen zij en Leo met pensioen in Fort Worth, Texas, om dichter bij hun jongste dochter te zijn. Daar bleven ze de rest van hun leven liefdevol samenwonen. Het feit dat ze in 1940 Nederland niet samen verlieten en gedwongen werden zeven jaar uit elkaar te gaan, bleef hen echter voor altijd achtervolgen.
Georgine Sanders/Tineke Vroman schreef gedichten in het Nederlands en Engels. Haar werk werd gepubliceerd in Nederlandse tijdschriften en gebundeld in drie delen: Het onvoltooid bestaan (1990), Autogeografie (1995) en Een huis om in te slapen (2007). Ze schreef over de alledaagse, maar belangrijke zaken die ons leven vormen – liefde, afwezigheid, herinnering, vergankelijkheid, familie – en dat zonder pathos of vals sentiment.
“Het persoonlijke vinden we vooral in de gedichten zelf, in de zuivere, strakke, heldere en toch (of misschien juist daardoor) tedere en vaak ontroerende woorden van Georgine Sanders, die ruimte en tijd zo weet te combineren dat haar verleden ergens op aarde nog lijkt te bestaan.”
Commentaar op Autogeografie, 1995

Een deel van Tineke’s gedichten is opgenomen in de sectie Ongepubliceerde Werken
