Mirjam van Hengel, Leo Vromans redacteur bij Querido en oud voorzitter van de Vroman Foundation, schreef het boek : Hoe mooi alles. Leo en Tineke Vroman, een liefde in oorlogstijd. Het boek verscheen op 10 april 2014, de 99-ste geboortedag van Vroman, kort na zijn overlijden op 22 februari van datzelfde jaar.
Uit de brieven aan elkaar, hun dagboeken en gesprekken met het paar, reconstrueerde Van Hengel de aanvang en ontwikkeling van de eerste jaren uit het lange gelukkige huwelijk tussen dichter Leo Vroman en antropologe Georgine (Tineke) Sanders.
Leo en Tineke ontmoetten elkaar in Utrecht in 1938, waar beiden studeerden. Na een aarzelende start, vooral bij Tineke, raakten ze verliefd. Maar na de inval van de Duitsers in mei 1940 vlucht de van origine joodse Leo Vroman via zijn ouders in Gouda met een taxi en een bootje in Scheveningen naar Engeland. Daarvandaan vertrekt hij naar Tineke’s familie in Nederlands-Indië. Dan begint een veelbewogen periode in het leger en in Japanse gevangenenkampen, waaruit het beroemde kampdagboek dateert.
In Nederland hoort Tineke niet hoe het hem vergaat na zijn vlucht. De liefde tussen de twee is diep en ze blijft wachten, ze maakt haar studie af. Leo heeft na alle omzwervingen en kampen familie in New York bereikt. Pas twee jaar na de oorlog, in september 1947, zien ze elkaar weer als Tineke met haar microscoop in een koffertje van de boot komt in de haven van New York. Soms duurt liefde eeuwig, want tot Leo’s dood in 2014 blijken zij onafscheidelijk.
De foto op de voorkant van het boek is hun ’trouwfoto’, een dag na Tineke’s aankomst genomen.
